Mikael is
een jochie van negen jaar, dat samen met zijn ouders op een afgelegen, klein
eiland woont. Het is er zo klein dat alleen hun huis er staat, dat van buurman
Karl en het vervallen huis van een inmiddels overleden buurvrouw. Mikael kent
niets buiten dit eigen wereldje. Hij wordt thuisgeschoold en is slechts een
paar keer met zijn ouders naar het vasteland geweest. Zijn leven verandert
drastisch als zijn vader Birk plotseling de zee in verdwijnt. Mikael was erbij,
maar praat alleen in mysterieuze omschrijvingen over wat er gebeurd is. Het
leven van hem en zijn moeder gaat na een periode van zoeken en afwachten noodgedwongen
door. Zijn vader laat een enorm gat na en Mikael en zijn moeder gaan daar beide
op een andere manier mee om. Als Mikael opgroeit, groter wordt en meer en meer
op zijn vader gaat lijken, lijkt zijn moeder wat in de war te raken. Een kluwen
aan emoties raakt gruwelijk in de knoop en niemand lijkt elkaar of zichzelf nog
te kunnen helpen.
Eigenlijk,
eigenlijk hou ik niet zo van boeken die zo tergend langzaam en dreigend het
nare benaderen. Je ziet aankomen wat Mikaels moeder begint te construeren in haar
hoofd en je ziet Mikael stuntelen in al zijn onbekendheid met een normaal leven
en de totale verlorenheid na de verdwijning van zijn vader. Zijn moeder wordt
steeds vreemder en vreemder en dan is er ook nog dat grote geheim waar hij
nooit over gesproken heeft. Je weet dat het niet lekker kan aflopen, dat ze
niet ineens helder tegenover elkaar staan en in een fijn gesprekje elkaar weer
terug kunnen vinden. Een tergend langzaam drama, door een gebeurtenis in een
omgeving waar simpelweg niet de ingrediënten zijn er wat anders van te maken
dan deze verwrongen chaos.
Jaap Robben
is auteur van een aantal jeugdboeken, Birk is zijn debuutroman voor
volwassenen. Het is een intens, gedetailleerd en invoelend geschreven verhaal
over een familie die zich aan elkaar vast klemt, op een ongezonde manier. Zo
mooi en levendig beschreven dat ik met mijn hoofd op dat eiland zat, mee
rennend met Mikael die turend door een verrekijker op zoek is naar zijn vader.
Zo meeslepend dat ik vanochtend mijn bushalte miste en voor die afleiding kon
betalen met een lange wandeling naar mijn werk.
En toch, en
toch, zo mooi geschreven, maar zo wrang, zo akelig, zo vreselijk
elkaar-niet-helpend. In de literatuur lijkt het wel verboden te zijn om
verhalen goed te laten eindigen. Een flinke portie mistroostigheid, ellende en
nare vooruitzichten is verplicht. Ik ben er gewoon een beetje sip van. Dat
Mikael zo moet opgroeien, op zijn prachtige, eigen eiland, maar zonder de
leiding en sturing van zijn geliefde vader, met een moeder die net als hij de
weg kwijt is en zich vastklampend aan de band met een pasgeboren meeuwtje.
Ik ben
onder de indruk, het is een ijzersterk neergezet geheel dat me qua stijl
ontzettend bevalt. Nu maar even weer een lief en gezellig boekje lezen om te
genezen van de achtergebleven sippigheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten